Dankzij de ligging op een hoogte van 195 meter boven NAP is Vijlen het hoogst gelegen kerkdorp van het vasteland van Nederland. Het is vooral de prachtige ligging die van Vijlen een mooi dorp maakt.
Vijlen ligt op het Plateau van Vijlen; in het zuidoosten van de provincie Limburg. Door de hoge ligging heb je vanuit Vijlen een panoramisch uitzicht over een deel van de omgeving. Zo kun je over het Limburgse heuvellandschap België zien liggen. Omdat Vijlen hoger ligt, vormt het een leuke uitdaging voor zowel fietsers als wandelaars om naar Vijlen te lopen of fietsen. Automobilisten dienen er daarom rekening mee te houden dat ze de weg geregeld moeten delen met langzamere weggebruikers. Op het moment dat je Vijlen verlaat, geldt juist dat je vanuit de auto op moet letten voor wielrenners die tijdens een afdaling soms snelheden halen die die van de auto’s benaderen.
Een duidelijk herkenningspunt van Vijlen is de Sint Martinuskerk. Samen met de Hervormde Kerk in Vaals strijdt de Sint Martinuskerk om de titel van de hoogst gelegen kerk van continentaal Nederland. Wie kijkt naar de hoogteligging van de locatie waar de kerken zich bevinden dan wint de kerk in Vaals. Die beging op ongeveer 217 meter boven NAP. De neogotische Sint Martinuskerk staat op de Vijlenberg, op 195,62 meter boven zeeniveau. Kijkend naar de totale hoogte van de kerk zelf, dan ligt de punt van de Sint Martinuskerk iets hoger dan de top van de Hervormde Kerk in Vaals.
Vijlen telt net als een aantal andere Limburgse dorpen nog wat oude vakwerkhuizen. Deze huizen die gedomineerd worden door houten balken en wit stucwerk zie je vooral in de kleine buurtschappen die tot Vijlen behoren. De meeste van deze historische huizen stammen uit de 17e en 18e eeuw. Andere bezienswaardigheden in Vijlen zijn het wegkruis aan de Oude Trichterweg en de Mariagrot aan de rand van het Vijlenerbos.
O ja, wie geïnteresseerd is in het weer en klimaat van Nederland, die moet weten dat Vijlen de plek is waar in ons land statistisch gezien de meeste sneeuw valt. Vaak valt hier al sneeuw als de rest het nog moet doen met regen of natte sneeuw. In een doorsnee jaar is er sprake van 20 tot 30 dagen met enige vorm van sneeuwval.