Jaca

Jaca is een groot dorp met bijna vijftienduizend inwoners in het noorden van Spanje in de regio Aragón. Het dorp ligt op ongeveer achthonderd meter hoogte, op de uitlopers van de Pyreneeën. Het is vooral bekend vanwege de citadel van Jaca.

De geschiedenis van Jaca gaat terug tot ver voor onze jaartelling. In deze periode leefde er, in wat we nu Noord-Spanje noemen, een volk dat bekendstaat als de Iacetani, die het huidige Jaca als hun hoofdstad hadden. In de tweede eeuw voor Christus nemen de Romeinen de macht in dit gebied en het huidige Jaca over. Onder leiding van de Romeinen zou Jaca uitgroeien tot een welvarende handelsplaats, waar kooplieden zich vestigden en handelskaravanen langstrokken. Toen in de vierde eeuw de macht van het Romeinse Rijk begon af te nemen, kwam Jaca in verval.

In de tiende eeuw, toen een groot deel van Spanje in handen was van de Arabieren, was Jaca onderdeel van het koninkrijk Aragón. Het was zelfs de eerste hoofdstad, een eer die later naar Zaragoza zou gaan. Voordat Jaca de hoofdstad was, stelde het niet veel voor. Het was een fort dat werd bewoond door enkele boeren. Het was de strategische ligging van Jaca, aan de rivier de Aragón en aan de voet van de Somportpas, wat Jaca interessant maakte. Later zou zijn ligging aan deze pas er ook voor zorgen dat, Jaca een belangrijke stopplaats zou worden voor Pelgrims die de onderweg zijn naar Santiago de Compostella.

De belangrijkste bezienswaardigheid is de Citadel van Jaca. Deze prachtige stervormige citadel is gebouwd aan het einde van de zestiende eeuw in opdracht van Filips de Tweede om de stad te verdedigen tegen Franse aanvallen. De citadel werd gebouwd onder het toeziend oog van de Italiaanse architect Tiburzio Spannocchi. Door de eeuwen heen heeft de citadel meerdere functies gehad. Zo werd het tijdens de Spaanse Onafhankelijksoorlog gebruikt als gevangenis. Tegenwoordig is het een geliefde toeristische bestemming, waar verschillende musea gevestigd zijn. Tijdens een bezoeken en het Museum voor Militaire Miniaturen bezoeken. In verschillende ruimtes zijn diorama’s te zien van belangrijke veldslagen. In een van de grootste vitrines herkennen we de Slag bij Waterloo, waarbij zelfs de Prins van Oranje en Nederlandse troepen te herkennen zijn. Voor een bezoekje aan de Citadel van Jaca, mag je gerust een aantal uur uitrekken, als je alle kamers, ruimtes en expositieruimtes wilt bezoeken.

De bouw romaanse Kathedraal van San Pedro de Jaca, startte in de tweede helft van de elfde eeuw en werd voltooid in 1130. Ondanks dat de kathedraal sindsdien meerdere renovaties en verbouwingen heeft gekend, is het nu nog steeds een van de mooiste en indrukwekkendste gebouwen van de stad. Oorspronkelijk was er bij de kathedraal ook een klooster, maar deze werd in de negentiende eeuw gesloopt. De kathedraal heeft zijn romaanse karakter weten te behouden, met prachtige timpanen, altaarstukken en pilaren. Wie goed kijkt, kan invloeden uit de gotiek, renaissance en barok in de kathedraal herkennen, die zijn littekens die zijn aangebracht tijdens latere renovaties. De kathedraal van Jaca is een belangrijke stopplaats voor wandelaars op de Camino.

De Klokkentoren van Jaca, ook wel bekend als de gevangenistoren, stamt uit de vijftiende eeuw. De klokkentoren heeft nu al zijn functies verloren, maar is wel een van de opvallende gebouwen in het stadje.

We bezochten Jaca tijdens een warme zomerdag in de vakantie. Voordat we Jaca zelf bezochten, reden we eerste langs Santa Cruz de la Serós. Eenmaal in Jaca parkeerden we de auto, gratis op een terrein net buiten het historische centrum, en namen de lift naar boven, richting het centrum. Vanuit de lift hadden we een goed zicht op het Pabellón de Hielo de Jaca. Dit futuristische gebouw uit 2007, is al meerdere malen onderdeel geweest van het “bid” dat Jaca en andere plaatsen in de omgeving hebben gedaan om de Olympische Spelen binnen te halen. Eenmaal in het historisch centrum slenteren we wat door de historische straatjes, bezoeken de kathedraal van Jaca, nemen een kijkje in de Iglesia del Carmen. We kopen een broodje dat we opeten op een bankje voor het grasveld van de Citadel van Jace en bezoeken daarna de citadel. We wandelden over de oude verdedigingsmuren, bezochten verschillende expositieruimtes en bekeken verschillende diorama’s in het Museum voor Militaire Miniaturen. Op de terugweg lopen we langs de klokkentoren en streken neer op een terrasje.